Item gemarkeerd

Er is een fout opgetreden Probeer het later nog eens

Terug naar overzicht

AIRSTOP VAP Damprem

AIRSTOP VAP Damprem

Hoogwaardige damprem in doorschijnend polyethyleen voor eerder dampgesloten muuren dakconstructies.

Geoptimaliseerd voor transport door vouwen

Productinformatieblad

Verkrijgbaar in volgende afmetingen
Productgegevens
Verwerkingsrichtlijn
Downloads

AIRSTOP VAP Damprem

Verkrijgbaar in volgende afmetingen
Productgegevens
Verwerkingsrichtlijn
Downloads

Verkrijgbaar in volgende afmetingen

Artikelnummer	Rolbreedte	Rollengte	geplooid op	Rol / Pallet	Totaal
2VAP3	3 m	50 m	1.5 m	35 Rol	5250 m²
2VAP4	4 m	25 m	1 m	54 Rol	5400 m²
2VAP5	5 m	25 m	1.3 m	45 Rol	5625 m²

Naar de volglijst

Productgegevens

Voordelen

Sheurvast
Eenvoudig te verwerken
Robuust
Vlamvertragend

Hoogwaardige dampremmende folie en luchtdichtheidslaag van vlamvertragend polyethyleen voor diffusieopen dak-, wand en plafondconstructies.

Samenstelling

LDPE

sd-waarde

100 > m

Dikte

0.2 mm

Temperatuurbestendigheid

-20–60 °C

Verwerkingstemperatuur

5–40 °C

Oppervlaktegewicht

180 g/m²

Dikte

EN 1849-2

Kleur

Groen transparant

Oppervlaktegewicht

EN 1849-2

sd-waarde - Standaard

EN 1931

Rekbaarheid - langs

> 500 %

Rekbaarheid - transversaal

> 570 %

Rekbaarheid

EN 12311-2

Maximale treksterkte - langs

> 175 N/50 mm

Maximale treksterkte - transversaal

> 160 N/50 mm

Maximale treksterkte

EN 12311-2

Doorscheurweerstand - langs

> 130 N

Doorscheurweerstand - transversaal

> 135 N

Doorscheurweerstand

EN 12310-1

Schuifweerstand van de verbindingen

NDP

Opslag

Koel en droog

Brandklasse

EN 13501_1

Verwerkingsrichtlijn

INFO

De dampremmende folie kan als luchtdichte en dampremmende laag in wand-, dak- en plafondconstructies worden ingezet.

(1) MECHANISCH BEVESTIGEN VAN DE DAMPREMMENDE FOLIE

De dampremmende folie wordt doorgaans dwars op de spanten, staanders of balken aangebracht, de gladde resp. bedrukte zijde naar de verwerker gericht. De banen met tackerkrammen ca. 10 cm overlappend mechanisch op het constructiehout bevestigen. Bij metalen C-profielen kan deze provisorisch worden bevestigd met dubbelzijdig plakband of evt. spuitcontactlijm.

(2) LUCHTDICHT PLAKKEN

Het luchtdicht plakken van de naden, aansluitingen en doordringingen moet met het AIRSTOP Plaksysteem worden uitgevoerd. In principe moet de folie aan de gladde zijde worden vastgelijmd.

(3) DWARS LOPENDE BETENGELING / BEPLANKING VAN DE SPANTEN

Vooraleer de inblaasisolatie wordt aangebracht, worden de dwarslatten met asafstand ≤30 cm in de binnenruimte aangebracht. Deze latten worden best op de opgaande verklevingen geplaatst om de gekleefde plaatsen te ontlasten! Gekleefde en drukbelaste aansluitingen worden best mechanisch opgevangen. Folies niet opspannen!

(4) BETENGELING IN DE LENGTE

Wanneer er geen dwars lopende betengeling voorzien is, bv. wanneer een houten beplanking op lengtelatten geplaatst moet worden, moet de dampremmende folie evenwijdig met het spant of de constructie worden geplaatst. De naden moeten hierbij op het constructiehout liggen en er ook naadoverlappend op getackerd en met AIRSTOP plakband geplakt worden. Voor het aanbrengen van de inblaasisolatie moeten de lengtelatten worden aangebracht om de geplakte plaatsen mechanisch te ontlasten.

Instructions

INFO

De dampremmende folie kan als luchtdichte en dampremmende laag in wand-, dak- en plafondconstructies worden ingezet.

(1) MECHANISCH BEVESTIGEN VAN DE DAMPREMMENDE FOLIE

(2) LUCHTDICHT PLAKKEN

Het luchtdicht plakken van de naden, aansluitingen en doordringingen moet met het AIRSTOP Plaksysteem worden uitgevoerd. In principe moet de folie aan de gladde zijde worden vastgelijmd.