Item gemarkeerd
Er is een fout opgetreden Probeer het later nog eens
Terug naar overzicht

AIRSTOP SD18 Damprem

AIRSTOP SD18 Damprem
LOGICO_CE_schwarz LOGICO_FR_Innenraumemission_A+
Transparante dampremmende folie en luchtdichtheidslaag voor dichtere wand-, plafond- en dakconstructies. Gemakkelijk te verwerken, extreem scheurvast.
  • Extreem scheurvast
  • Transparent

Verkrijgbaar in volgende afmetingen

Artikelnummer Rolbreedte Rollengte Rol / Pallet Totaal Watchlist
2AIRDB 1.5 m 50 m 45 Rol 3375 m²
2AIRDB3 3 m 50 m 40 Rol 6000 m²

Voordelen

  • Transparant
  • Scheurvast
  • Eenvoudig te verwerken

Productgegevens

Transparante, extreem scheurvaste dampremmer en luchtdichtheidslaag voor muur-, dak- en plafondconstructies.
Samenstelling
PP-vlies met PP-coating
Dikte
0.2 mm
Dikte
EN 1849-2
Kleur
Grijs transparant met groene opdruk
Oppervlaktegewicht
90 g/m²
Oppervlaktegewicht
(± 10)
Oppervlaktegewicht
EN 1849-2
sd-waarde
18 m
sd-waarde - Standaard
EN 1931
Temperatuurbestendigheid
-40 °C
Temperatuurbestendigheid
80 °C
Rekbaarheid - langs
30 %
Rekbaarheid - transversaal
30 %
Rekbaarheid
EN 12311-2
Maximale treksterkte - langs
200 N/50 mm
Maximale treksterkte - transversaal
160 N/50 mm
Maximale treksterkte
EN 12311-2
Doorscheurweerstand - langs
250 (-50) N
Doorscheurweerstand - transversaal
240 (-40) N
Doorscheurweerstand
EN 12310-1
Opslag
Koel en droog
Brandklasse
E
Brandklasse
EN 13501_1

Verwerkingsrichtlijn

INFO

De dampremmende folie kan als luchtdichte en dampremmende laag in wand-, dak- en plafondconstructies worden ingezet.
INFO

(1) MECHANISCH BEVESTIGEN VAN DE DAMPREMMENDE FOLIE

De dampremmende folie wordt doorgaans dwars op de spanten, staanders of balken aangebracht, de gladde resp. bedrukte zijde naar de verwerker gericht. De banen met tackerkrammen ca. 10 cm overlappend mechanisch op het constructiehout bevestigen. Bij metalen C-profielen kan deze provisorisch worden bevestigd met dubbelzijdig plakband of evt. spuitcontactlijm.
(1) MECHANISCH BEVESTIGEN VAN DE DAMPREMMENDE FOLIE

(2) LUCHTDICHT PLAKKEN

Het luchtdicht plakken van de naden, aansluitingen en doordringingen moet met het AIRSTOP Plaksysteem worden uitgevoerd.
(2) LUCHTDICHT PLAKKEN

(3) DWARS LOPENDE BETENGELING / BEPLANKING VAN DE SPANTEN

Vooraleer de inblaasisolatie wordt aangebracht, worden de dwarslatten met asafstand ≤30 cm in de binnenruimte aangebracht. Deze latten worden best op de opgaande verklevingen geplaatst om de gekleefde plaatsen te ontlasten! Gekleefde en drukbelaste aansluitingen worden best mechanisch opgevangen. Folies niet opspannen!
(3) DWARS LOPENDE BETENGELING / BEPLANKING VAN DE SPANTEN

(4) BETENGELING IN DE LENGTE

Wanneer er geen dwars lopende betengeling voorzien is, bv. wanneer een houten beplanking op lengtelatten geplaatst moet worden, moet de dampremmende folie evenwijdig met het spant of de constructie worden geplaatst. De naden moeten hierbij op het constructiehout liggen en er ook naadoverlappend op getackerd en met AIRSTOP plakband geplakt worden. Voor het aanbrengen van de inblaasisolatie moeten de lengtelatten worden aangebracht om de geplakte plaatsen mechanisch te ontlasten.
(4) BETENGELING IN DE LENGTE