Item gemarkeerd
Er is een fout opgetreden Probeer het later nog eens
Terug naar overzicht

ÖKO NATUR Damprem vezelversterkt

ÖKO NATUR Damprem vezelversterkt
LOGICO_CE_schwarz LOGICO_FR_Innenraumemission_A+
Wordt als damprem en luchtdichting gebruikt in muur- en dakconstructies. Grote scheurvastheid door ingelegd wapeningsnet.
  • ECOLOGISCH
  • ZEER ROBUUST
  • DAMPREMMENDE PAPIERFOLIE

Verkrijgbaar in volgende afmetingen

Artikelnummer Rolbreedte Rollengte Rol / Pallet Totaal Watchlist
2ISONDBFV1 1 m 50 m 48 Rol 2400 m²
2ISONDBFV 1.5 m 50 m 30 Rol 2250 m²

Voordelen

  • Vochtregulerend
  • Voor inblaaswerkzaamheden achter papier
  • Scheurvast
  • Gezond ruimteklimaat
  • Voor vloer, wand en plafond

Productgegevens

Met draad versterkte papieren dampremmende folie en luchtdichtingslaag voor dak-, wand- en plafondconstructies, voor alle diffusie-open opbouwen. Waterdamp kan zich gedoseerd en gecontroleerd door de warmte-isolatie diffunderen. De draadversterking waarborgt een hoge scheurweerstand.
Samenstelling
Twee lagen kraftpapier met daartussen scheurvast geweven materiaal
Dikte
0.25 mm
Dikte
EN 1849-2
Kleur
Bruin / wit, met groene bedrukking
Oppervlaktegewicht
175 g/m²
Oppervlaktegewicht
EN 1849-2
sd-waarde
6.45 m
sd-waarde - Standaard
EN 1931
Temperatuurbestendigheid
-30 °C
Temperatuurbestendigheid
80 °C
Rekbaarheid - langs
≥ 4 %
Rekbaarheid - transversaal
≥ 7,5 %
Rekbaarheid
EN 12311-1
Maximale treksterkte - langs
≥ 580 N / 50 mm
Maximale treksterkte - transversaal
≥ 390 N / 50 mm
Maximale treksterkte
EN 12311 - 1
Doorscheurweerstand - langs
≥ 80 N
Doorscheurweerstand - transversaal
≥ 90 N
Doorscheurweerstand
EN 12310-1
Opslag
Koel en droog
Brandklasse
E
Brandklasse
EN 13501_1 / EN 11925_2

Verwerkingsrichtlijn

INFO

De dampremmende folie kan als luchtdichte en dampremmende laag in wand-, dak- en plafondconstructies worden ingezet.
INFO

(1) MECHANISCH BEVESTIGEN VAN DE DAMPREMMENDE FOLIE

De dampremmende folie wordt doorgaans dwars op de spanten, staanders of balken aangebracht, de gladde resp. bedrukte zijde naar de verwerker gericht. De banen met tackerkrammen ca. 10 cm overlappend mechanisch op het constructiehout bevestigen. Bij metalen C-profielen kan deze provisorisch worden bevestigd met dubbelzijdig plakband of evt. spuitcontactlijm.
(1) MECHANISCH BEVESTIGEN VAN DE DAMPREMMENDE FOLIE

(2) LUCHTDICHT PLAKKEN

Het luchtdicht plakken van de naden, aansluitingen en doordringingen moet met het AIRSTOP Plaksysteem worden uitgevoerd.
(2) LUCHTDICHT PLAKKEN

(3) DWARS LOPENDE BETENGELING / BEPLANKING VAN DE SPANTEN

Vooraleer de inblaasisolatie wordt aangebracht, worden de dwarslatten met asafstand ≤30 cm in de binnenruimte aangebracht. Deze latten worden best op de opgaande verklevingen geplaatst om de gekleefde plaatsen te ontlasten! Gekleefde en drukbelaste aansluitingen worden best mechanisch opgevangen. Folies niet opspannen!
(3) DWARS LOPENDE BETENGELING / BEPLANKING VAN DE SPANTEN

(4) BETENGELING IN DE LENGTE

Wanneer er geen dwars lopende betengeling voorzien is, bv. wanneer een houten beplanking op lengtelatten geplaatst moet worden, moet de dampremmende folie evenwijdig met het spant of de constructie worden geplaatst. De naden moeten hierbij op het constructiehout liggen en er ook naadoverlappend op getackerd en met AIRSTOP plakband geplakt worden. Voor het aanbrengen van de inblaasisolatie moeten de lengtelatten worden aangebracht om de geplakte plaatsen mechanisch te ontlasten.
(4) BETENGELING IN DE LENGTE