Item gemarkeerd
Er is een fout opgetreden Probeer het later nog eens
Terug naar overzicht

AIRSTOP DIVA Damprem

AIRSTOP DIVA Damprem
LOGICO_CE_schwarz LOGICO_FR_Innenraumemission_A+
Is een vochtigheidsvariabele dampremmende folie voor het realiseren van de luchtdichte laag. De diffusieweerstand van het functiemembraan wijzigt afhankelijk van de aanwezige luchtvochtigheid.
  • Hoge sd-waardespreiding

Verkrijgbaar in volgende afmetingen

Artikelnummer Rolbreedte Rollengte Rol / Pallet Totaal Watchlist
2DIVA3 3 m 100 m 16 Rol 4800 m²
2DIVA320 3.2 m 100 m 16 Rol 5120 m²
2DIVA32 3.2 m 40 m 20 Rol 2560 m²

Toepassingsgebied

  • Platte daken
  • Constructies met redelijk dampdichte onderdaken in nieuwbouw en renovatie

Voordelen

  • Doorzichtig
  • Diffusievariabel

Productgegevens

Is een vochtigheidsvariabele dampremmende folie voor het realiseren van de luchtdichte laag. De diffusieweerstand van het functiemembraan wijzigt afhankelijk van de aanwezige luchtvochtigheid. Tijdens de wintermaanden is de kamerlucht in het algemeen droger. De sd-waarde van de dampremmende folie verhoogt. Door dit proces kan er slechts weinig waterdamp doordringen in de constructie, resp. de isolatie. In de zomer, bij voldoende zonne-instraling, is de relatieve luchtvochtigheid achter de folie hoger ten gevolge van de omkeringsdiffusie. De watermolecules slaan neer in het membraan. De sd-waarde daalt en laat meer waterdamp vanuit de constructie naar de kamer ontsnappen, het bouwdeel wordt droger.
Samenstelling
Vliescompound van polymeren
Kleur
Wit, transparant met blauwe opdruk
Oppervlaktegewicht
86 g/m²
Oppervlaktegewicht
(± 5 %)
Oppervlaktegewicht
ISO 536
sd-waarde
0.5 m
sd-waarde
30 m
Temperatuurbestendigheid
-40 °C
Temperatuurbestendigheid
80 °C
Rekbaarheid - langs
68 %
Rekbaarheid - transversaal
79 %
Rekbaarheid
EN 12311-2
Maximale treksterkte - langs
180 N / 50 mm
Maximale treksterkte - transversaal
125 N / 50 mm
Maximale treksterkte
EN 12311-2
Doorscheurweerstand - langs
140 N
Doorscheurweerstand - transversaal
150 N
Doorscheurweerstand
EN 12310-1
Opslag
Koel en droog

Verwerkingsrichtlijn

INFO

De dampremmende folie kan als luchtdichte en dampremmende laag in wand-, dak- en plafondconstructies worden ingezet.
INFO

(1) MECHANISCH BEVESTIGEN VAN DE DAMPREMMENDE FOLIE

De dampremmende folie wordt doorgaans dwars op de spanten, staanders of balken aangebracht, de gladde resp. bedrukte zijde naar de verwerker gericht. De banen met tackerkrammen ca. 10 cm overlappend mechanisch op het constructiehout bevestigen. Bij metalen C-profielen kan deze provisorisch worden bevestigd met dubbelzijdig plakband of evt. spuitcontactlijm.
(1) MECHANISCH BEVESTIGEN VAN DE DAMPREMMENDE FOLIE

(2) LUCHTDICHT PLAKKEN

Het luchtdicht plakken van de naden, aansluitingen en doordringingen moet met het AIRSTOP Plaksysteem worden uitgevoerd.
(2) LUCHTDICHT PLAKKEN

(3) DWARS LOPENDE BETENGELING / BEPLANKING VAN DE SPANTEN

Vooraleer de inblaasisolatie wordt aangebracht, worden de dwarslatten met asafstand ≤30 cm in de binnenruimte aangebracht. Deze latten worden best op de opgaande verklevingen geplaatst om de gekleefde plaatsen te ontlasten! Gekleefde en drukbelaste aansluitingen worden best mechanisch opgevangen. Folies niet opspannen!
(3) DWARS LOPENDE BETENGELING / BEPLANKING VAN DE SPANTEN

(4) BETENGELING IN DE LENGTE

Wanneer er geen dwars lopende betengeling voorzien is, bv. wanneer een houten beplanking op lengtelatten geplaatst moet worden, moet de dampremmende folie evenwijdig met het spant of de constructie worden geplaatst. De naden moeten hierbij op het constructiehout liggen en er ook naadoverlappend op getackerd en met AIRSTOP plakband geplakt worden. Voor het aanbrengen van de inblaasisolatie moeten de lengtelatten worden aangebracht om de geplakte plaatsen mechanisch te ontlasten.
(4) BETENGELING IN DE LENGTE